De leerling
Door: De Bittere
Door: De Bittere
Gebukt onder misère
met zijn ogen geworpen op de grijze hemel sjokt onze held richting huis om
dezelfde maaltijd te nuttigen als de afgelopen drie dagen.
De spieren stijf van
slaaptekort en de vingers vies van de as en het roet sluit hij dicht tegen de
groep somber kijkende leerlingen aan. Hun schouders hangen omlaag, diep in de kragen verscholen en met zware tred verzetten ze de ene voet na de andere
hierbij een diep spoor achterlatend in de grijze natte sneeuw.
De school braakt met
veel stoom de leerlingen uit, die na hun machinale functie vervuld te hebben
terugkeren om de volgende dagen deze functie opnieuw te vervullen.
Geïrriteerd en
minachtend gebrom is te horen te midden van de leerlingen, nadat ze hun hoofden wegdraaien van de laatste bel, die scherp te horen is als indicatie van hun
tijdelijke vrijheid.
De dag is voorbij en
de zon gaat langzamerhand onder en terwijl dit gebeurt verandert het
geïrriteerde gebrom in warm geroezemoes.
De schoolbanken hebben
de energie van onze scholieren weggezogen en met bezwete voorhoofden tonen ze
blijmoedig en hongerig elkaar hun glimmende tanden druipend van het kwijl. Het avondmaal kan
genuttigd worden.
Na vele jaren
intensieve arbeid, hebben de meesten scholieren er vrede mee gesloten dat er
geen ontkomen aan de zware onderdrukking van de docenten is en dat elke stap
die ze nemen om de dag tot een eind te brengen, een stap dichter bij het graf is.
Op enkele dagen echter, wordt de met Axe volgespoten mannenkleding vervangen door een net pak en
krijgen de vrouwelijke scholieren de gelegenheid om hun haar los en charmant
krullend te dragen.
De jaren in de
schoolbanken hebben onze held beroofd van zijn eetlust en zin tot drank, maar
wanneer die lust eenmaal werd aangewakkerd door de soms gunstig gezinde docenten,
dan konden de scholieren de door woede brandende magen blussen met alcohol op eindfeesten.
Andere dagen, buiten de
school om spreken de leerlingen op serieuze toon met elkaar. Nooit afwijkend van de
cijfers en datgene wat zich het meest prominent manifesteert in hun bestaan: de fysieke
inspanning die dag in dag uit geleverd moet worden aan de grootbuikige
schooleigenaren.
Zelden doorbreekt een
glimlach hun monotone manier van spreken. En wanneer dit gebeurt, is het de
agressie die zich thuis afspeelt tegen de jongere broer of zus dan wel de ouders
die het wagen te vragen hoe hun dag was.
En deze levenswijze
volgt de volgende generatie als een schaduw achterna, onlosmakelijk verbonden met
henzelf.
En na zo vijfenzestig
jaar geleefd te hebben, sterft men de gelukkige scholierendood.
Zo ook zou onze held
geleefd hebben, als trouwste werker van de school.
Hij is het knapst,
het sterkt en het meest intelligent. Desondanks in zichzelf gekeerd en respectloos
tegenover elk gezag.
Zo gebeurt het op een
dag dat hij toevalligerwijs een humeurige medescholiere tegenkomt die een
snauwende opmerking maakt betreffende zijn kledingdracht.
Scherp en
oneerbiedig als hij is, bijt hij deze nors kijkende dame van zich af, maar waarvan hij zich niet los weet te wrikken. is het idee van de onderdrukking dat hem is aangepraat.
Zie je, vroeg hij zo
zichzelf, het is niet alleen ik die zo gekleed is en gebukt gaat onder het
regime van de school. Het is het ook de medescholiere zelve die haar frustratie
uit door haar tekort aan voldoening, aangezien iedereen en allen hetzelfde is gekleed. In de Abercrombie en Fitch mode.
En zo valt hem de ene
nors kijkende scholier op na de ander, de scholieren die als een groep wolven klaar zijn om
het gezag omver te werpen.
Onze held weet vanaf
dit moment wat hem te doen staat.
Hij zal zich ontrukken aan de schaduw die hem als achttien jaar lang volgt. Deze keer zal hij de school tonen wat het betekent om gezamenlijk het goud te onttrekken van de leraren en als een gezamenlijk genootschap erboven op te zitten.
Hij zal zich ontrukken aan de schaduw die hem als achttien jaar lang volgt. Deze keer zal hij de school tonen wat het betekent om gezamenlijk het goud te onttrekken van de leraren en als een gezamenlijk genootschap erboven op te zitten.
Zo is er een vuur in
hem aangewakkerd, waarna hij zich een weg baant door de dikke pak sneeuw en met gestrekte armen tot de grijze hemel roept:
‘Kameraden. . .’ hij is nog maar net begonnen met zijn zin of de medescholieren pakken hun mobiele
telefoons om het spektakel te filmen.
De moed zakte hem in
de schoenen en hij laat zijn schouders zuchtend omlaag hangen, diep in de kraag verscholen en met zware tred verzet hij zijn ene voet na de andere, hierbij een diep spoor achterlatend in de grijze natte sneeuw.
No comments:
Post a Comment