Search This Blog

Saturday 26 July 2014

Essay: Helder Inzicht

Helder inzicht.

Van de kindertijd af wordt het kind in een wereld geplaatst waarin de omgeving een cruciale rol speelt in hoe het kind de wereld op latere leeftijd zal ervaren en zal beoordelen.
De vraag die ik aan de kaak wil stellen is of je een mens het recht mag geven om te oordelen over het bestaan van een ander en hoe deze subjectieve interpretatie tot stand kan komen.

De mens komt naar mijn mening niet als een tabula rasa (een leeg blad) op aarde.
Het is een ervaren geest, afkomstig uit het meest geniale wat er aan substanties te vinden is.
Dit substantie zou ik graag de oer-wil willen noemen.
Deze oer-wil bestaat enkel en alleen in de transcendente wereld, dat wil zeggen in hetgeen wat wij niet kunnen waarnemen omdat onze visie belemmert wordt door de scheiding van de twee werelden.
Overigens kunnen op deze manier net zo min de objectieve wereld ervaren, omdat alles vanuit een subjectief bewustzijn wordt geïnterpreteerd, waardoor je je kan voorstellen dat het lichaam de tempel is en de oer-wil hetgeen is dat aanbeden wordt door onszelf, omdat het ook binnen in onszelf bestaat.




In deze oer-wil zit alle kennis die wij vergaard hebben in de levens die we hebben gehad en nog hebben.
Het is een grote massa dat enkel op zichzelf bestaat en omwille van een ding bestaat:

Ervaren.

Deze oer-wil zit in elk object dat er is te vinden.
Van de grootste ster in het universum, tot de kleinste mier die onder de stenen van de Afrikaanse jungles leven.
Het wil enkel en alleen ervaren omwille van het ervaren zelf. (Oftewel intrinsiek.)
Wij hoeven hier geen lessen te leren, maar enkel te begrijpen dat alles wat ons overkomt een manier is om onszelf te ervaren.
En in deze context staan onszelf en de oer-wil gelijk aan elkaar.
Immers, een gedaante kan nooit vanuit een ander perspectief zijn eigen gedaante en gezicht ervaren; daarvoor moet men een spiegel voor zijn gezicht houden en op deze manier zal de gedaante begrijpen hoe hij eruit ziet.
Wat gedrag betreft kan je ongeveer inschatten hoe jezelf in elkaar zit, maar is er wederom de zogenaamde ‘spiegel’ nodig, dit is dan in de vorm van de Ander die jouw kan uitleggen hoe je overkomt.
Dit is dan ook de reden waarom de oer-wil zichzelf een spiegel voorhoudt.
Zonder doel, alleen intrinsiek ervaren.
Als iemand zegt dat we hier komen om iets te leren van ons bestaan, dan redeneert hij als volgt:
We zijn geboren om iets te ervaren wat we eerst niet wisten. Het heden waarin we nu leven geeft ons de optie om iets wel te leren. Op het punt dat we dood gaan, dan hebben we het geleerd en weten we het nu ook.
De nuance wat tijd betreft is erg voelbaar in deze redenering.
Het feit dat iemand aangeeft dat je iets moet leren, geeft aan dat het er eerst niet was en daarna wel.
Dit is dus niet het geval, dus kan je ervan uitgaan dat we enkel hier zijn om ervaringen rijker te worden en het bestaan te omarmen.
Met andere woorden, schrik niet voor wat het leven je biedt, geniet ervan voor de onbenulligheid of de grootheid van wat hij op dat gegeven moment is.
Er zal immers nooit iemand op deze wereld zijn, die op dat punt dat moment met jouw subjectiviteit ervaart.

Doorgaand op de hoofdvraag, kunnen we nu met deze theorie erop verder gaan.
Een mens wordt geboren en dat geboren worden is het scheiden van die oer-wil, wat het transcendente is naar een ervaringswereld van die persoon zelf, het subjectieve.
Dit subjectieve is aan ieder gegeven en kan nooit vergeleken worden omdat we om iets te beoordelen het op gelijke maten moeten beoordelen.
Als twee mensen verschillende brillen op hebben met beide verschillend gekleurde glazen, dan zullen ze nooit het erover eens kunnen worden dat hetgeen wat ze zien hetzelfde is.
Goed ze zien beiden een stoel, maar wat ze zien is het object op zich.
De een zien de stoel als een rode stoel.
De ander ziet hem blauw.
Vergelijk je deze theorie met onze huidige samenleving, dan is er een overeenkomst te herkennen.
De conflicten en of meningsverschillen die ontstaan omdat men niet in staat is zijn subjectiviteit te overstijgen en zo een objectief oordeel te vellen over een bepaalde situatie.
Ik bedoel daar niet mee dat dit iets slechts is.
Wat er fout aan is, is het feit dat men zich er niet bewust van is dat het een gekleurde bril op heeft.

Iedereen komt met zo’n gekleurde bril ter wereld, maar de vraag is hoe dit beïnvloed kan worden.
Het moment dat het kind de witte muren van het ziekenhuis ziet en de arts die z’n navelstreng doorknipt, is het al beïnvloed door de omgeving van buitenaf.
Het subjectieve dat hij bezit wordt gestimuleerd en verdraaid door de mensen van zijn omgeving.
Een kind dat opgroeit in een familie waarin schreeuwen de beste manier is om de aandacht te krijgen, zal dit in z’n onderbewustzijn bewaren.
Hij hoeft er niet direct mee iets te doen,  later kan die zich zelfs van dit soort gedrag afzetten.
Maar het ervaart, dat is zeker en het slaat informatie op.
Langzamerhand groeit hij op en heeft tot nu toe enkel van z’n ouders informatie verkregen over een van de vele manieren om een leven te leiden en jezelf op te stellen naar de buitenwereld.
Z’n visie wordt vergroot naarmate hij meer mensen leert kennen, die hem het alternatief leren.
Hij slaat alle informatie op en ervaart het, soms probeert hij het ook uit om te kijken wat voor reactie het opwekt van de anderen en vanuit zichzelf.
Je zou kunnen zeggen dat hij als het ware in een mal wordt gegoten.
De mal dat wordt gecreëerd door de mensen om hem heen.
Hij moet echter niet vergeten, dat hij zelf de keus heeft om in een bepaalde mal te stappen of de informatie over te nemen en zo zijn eigen mal te vormen.
Deze ervaringen ziet uit vanuit zijn subjectieve.
Twee mensen die in een streng opvoeding hebben gehad, zien dit vanuit hun eigen subjectiviteit hoewel ze allebei precies hetzelfde hebben ervaren,
Het is dan aan henzelf om er iets mee te doen. Je zal nooit honderd procent in zijn ervaringswereld kunnen treden om te kunnen begrijpen op welke manier dit proces is verwerkt in de wonderlijke machine dat bekend staat als het psychologische en het subjectieve.



Sunday 6 July 2014

Short film scenario: 'Red Lines'







Red Lines
Sara Rahimi
















Copyrights 2014
Sara Rahimi










1.Op het dak.- Namiddag

Xavier (27) een man van eind 20. Hij heeft een mager postuur, lang haar valt voor zijn ogen en hij heeft een ingevallen gezicht.
Hij staat op het dak van een vervallen gebouw.
Het is een koude herfstdag. Hij draagt enkel een dun shirt, op zijn armen zijn blauwe plekken te zien.
Hij loopt heen en weer. Over de reling ziet hij dat hij op 5 verdiepingen hoog staat.
Hij lacht en draait zich om en beweegt langzamerhand terug naar de reling.
Hij fluistert zachtjes in zichzelf:
’10 verspilde jaren.’ Hij draait zich om en loopt terug naar het begin van de reling.
‘3 kapotte relaties.’ Hij draait zich om en loopt verder.
Hij lacht. ‘5 dode goudvissen.’
Hij stopt en kijkt naar beneden. Glimlachend sluit hij zijn ogen.

‘Maar één sterveling minder.’ fluistert hij en laat zijn voet over de reling gaan.
Het wordt zwart en je hoort een hard dof geluid.  

2. In het verlaten gebouw.- Tijdstip niet duidelijk. (Waarschijnlijk middag.)
Xavier ligt op de koude vloer en hij staat op.
Hij is gekleed in het wit.
Hij loopt de ruimte in en kijkt verdwaald om zich heen.
De grond is bezaait met rode draden en spijkers die zig zag door elkaar heen lopen.
De spijkers zijn de grond in geslagen en rode draden zijn gespannen aan de top.
Deze draden lopen in elkaar over, maar zijn niet verstrikt.
Hij hoort geluid.
Hij loopt ernaartoe en ziet een gestalte spijkers uit de grond trekken met een hamer.
Enkel de rug is zichtbaar, hij is eveneens in het wit gekleed.  

X
Hallo?

Hij loopt naar voren.

X
Hallo? (nu harder)Zou je me kunnen helpen? Ik weet niet wat dit is, waar dit is.

Hij raakt de rug aan van het gestalte.
Het gestalte draait zich om.

Yvan (ook 27) lijkt qua postuur en gezichtsvorm enorm op Xavier. Het enige verschil is de kleur.
Y heeft wit haar, grijze ogen en een bleke huid. Hij zit op de grond spijkers uit te trekken uit de harde vloeren. Om de spijkers zijn lange stukken rood touw gespannen. Ze lijken van ver te komen en zelfs het gebouw uit te lopen.

X verstijft en zijn ogen worden groot en het zweet staat hem op de voorhoofd van schrik.
X
Wát ben jij?
De trillingen in zijn stem zijn te horen.

Y merkt hem op en glimlacht in zijn richting. Hij heeft een warme uitstraling.
Hij trekt een spijker uit de grond en geeft een ruk aan de rode draad.
X zakt opeens in elkaar van pijn en begint te schreeuwen.
Y kijkt naar X die op de grond vergaat van de pijn.
X kijkt vol woede naar Y.
Y pakt de hamer en slaat een spijker in de grond.
Uit zijn zak haalt hij wat zilverkleurig draad en spant deze om de spijker
De uiteindes worden gebonden met het afgebroken stuk rode draad.

Y staat op en loopt naar X, bij wie de pijn is verdwenen.
X kijkt en zwijgt, hij begrijpt niks van de situatie.

Y

‘Verdween je maar in de stof waaruit je geschapen was, dan had ik mijn handen niet zo vol aan je.’
X

Waar heb je het over? Wat zijn die draden? En wat was die pijn? Ik wil nú antwoord.’

Y pakt X bij de arm en beiden staan ze op.
Y loopt naar het raam gevolgd door X, die hem voorzichtig achternaloopt.
Ze kijken uit het raam. Ze zien een koppel. Beiden hebben een lange draad aan hun schoenen hangen. De draad ligt in een knop tussen hen beiden.
Y
‘Het menselijk leven is erg makkelijk in elkaar te verwikkelen. Je hoeft enkel een hamer te pakken, op strategische plekken wat spijkers in te slaan en de roden draden. Ach, de rode draden. Die doen de rest.’

X kijkt verwonderd naar het stel en naar de draden die overal lijken te liggen.

X
‘Wat zijn dat?’

X wijst naar de spijkers in de vloer en de rode draden.

Y draait zich niet om meteen begrijpend wat X bedoelt.

Y

‘Dat is je begin en eindpunt. Jouw oerknal en jouw supernova.’

X
‘Mijn supernova?’


Y

‘Dat is waaruit ik of eerlijk gezegd de ik die in jou zit, het leven bepaalt. Van begin tot eind. Van oerknal tot gedoofde ster.’

X
‘Jij bent mij?’
Y

‘Nee. Enkel een deel. Het egoïstische verlangende deel, dat wil voorkomen dat je niet doet wat je wilde doen.
Dat was niet wat ik, of eerder jij wilde.’

X
‘Wat bedoel je? Wat wilde ik niet?’
Y
‘Ik bedoel de dood. Dat wil jij niet. Ik wil dat niet.
Ik moest noodgedwongen een naald uit de grond trekken die er niet uit moest.
Jij hoort niet dood te gaan, X. Wij horen te leven. Dat is hoe de draden lopen.’

X
Ik hoor niet dood te gaan zeg je? Wat als ik dat nu zelf wil? Wat als de verdomde draden van jou mogen verbranden voor mijn part?’

Y
‘Daarom ben ik hier. Toon me je verlangen. Laat me zien hoe graag je het wilt. Jij en niet een ander die jou zijn wil toeschrijft. ‘

Y drukt de hamer in de handen van X die er wazig naar staart.

Y
‘Trek ze eruit. Langzaam. Let erop. Wel langzaam, anders doet het pijn.’

X kijkt in de richting van de zilveren draad dat van hem is. Verbonden met de rode draden van de mensen die hij ooit had ontmoet.
Hij denkt terug aan zijn leven.
Zijn jeugd vol ruziënde ouders.
Zijn schoolleven waarin hij alleen was.
Zijn relaties die uitliepen op vreemdgaan of die hem verlieten.
X’s tranen druppelen op de hamer.
Hij haalt diep adem en kijk naar Y die hem toelacht.
Langzamerhand legt hij de hamer weg en kijkt naar de enorme knoop.
Hij gebruikt zijn vingers om de knopen eruit te halen.
Langzamerhand komt de zilveren draad los van de rode draad totdat hij los is van de rest.
Hij stapt achteruit en kijkt naar Y.
Met rode ogen glimlacht hij naar Y.
Alles vervaagt naar zwart.







3.Op het dak- avond.

X wordt wakker op het dak, ver van de reling af.
Zijn blauwe plekken zijn verdwenen en hij stopt even om zich te herinneren wat er was gebeurt.
Hij tuurt vanaf de reling naar beneden en ziet de hoe hoog de 5 verdiepingen zijn.
Snel maakt hij zich uit de voeten en loopt voldaan weg van de reling.

Er wordt ingezoomd op de rode draden die aan zijn gympen losjes bungelen. 

Saturday 5 July 2014

De Magische Fluit (genre: fantasy)

Fantasy - Castle  - Fantasy - Sky - Clouds Wallpaper

Bijbehorend is deze foto van het kasteel dat me heeft geïnspireerd tot dit verhaal.
Luister naar dit nummer dat me geholpen heeft het verhaal af te krijgen: https://www.youtube.com/watch?v=Ar7nVbjAsEw

(Credit photo:http://wall.alphacoders.com/big.php?i=83744)
(Credit music: Beautiful Chinese Music - Bamboo Flute 2 van TaiGekTou)


De Magische Fluit

Ik woon in het hoogst van de toren.
Ik ben geen mens, noch een schim.
Toch cirkelen altijd draken om Mij heen om te beschermen.  Hun ogen branden vol vuur en soms brandt Ik van binnen wanneer ze voorbij vliegen.
Draken doen normaal mensen kwaad, maar Mij doen ze geen kwaad.
Daarom weet Ik dat ze Me beschermen. Dat voel Ik ook wanneer hun rode schubben glanzen tegen het licht reflecterend op Mijn bleke huid.
Rood, groen en wit zijn Mijn primaire kleuren geweest.
De een van de draken, die Mij vanbinnen doen branden. Naar wat?
Dat zal later wel blijken.
Het groen van de boompjes die Me weer tot rust keren en zorgen dat Mijn bestaan en dat van de natuur een geheel vormen.
Wit is Mijn gevangenis die metershoog is.
Hoeveel? Dat kan Ik weet ik niet, hoewel Ik het kan relativeren dankzij de grijsgrauwe golven die tegen de voet van het kasteel slaan.
Ja, hier leef Ik. Wachtend om gered te worden, want dat is hoe elk verhaal verloopt.
Iemand die vastzit, zonder dat die weet waarom moet altijd gered worden.
Maar Ik wil niet gered worden, Ik hoor hier en Ik weet zelf ook dat Ik hier behoor te zijn.
Dit is Mijn wereld, Mijn huis en Mijn o zo aardse gevangenis.
De wind voelt verassend zacht aan voor zo een hoge plek; niet te hard noch te zacht.
Het is perfect. Alles hier is perfect en zoals het hoort te zijn.
De lange zuilen van Mijn vertrek staan als enorme wachters naar Me te staren en Ik loop naar ze toe.
Met een been bungel ik over de rand en kijk naar beneden. Golven slaan met losse pols tegen het kasteel.
De wind inspireert Me en Ik haal Mijn kleine fluit uit Mijn zak.
Met gesloten ogen speel Ik een melodie dat de wind doet zwijgen uit eerbied voor de zachte klanken die Mijn fluit voorbrengt.
Ik denk terug aan Mijn vroegere levens waarin het begrip zwaard gelijkstond aan Mijn arm.
Een glimlach speelt op Mijn lippen als Ik denk aan Mijn rijkdom.
Een glimlach van spot.
De wolken worden nieuwsgierig en komen met zijn allen bijeen om naar Mijn melodie te luisteren.
Een rustige, langzame, treurige melodie.
Mijn ogen laten regen neervallen en de wolken huilen met Mij mee.
Door Mijn wimpers heen zie Ik bladeren van de bomen op de grond vallen.
Dit is Mijn koninkrijk en dit is het eind ervan.

Ik ben geen mens, noch ben Ik een schim.
Ik ben de God van deze wereld die geen koninkrijk meer heeft.
Ik leef, maar ook maar net.
Ik kan niet doodgaan zoals anderen omdat Ik onsterfelijk ben.
De anderen bestaan allang niet meer, zij behoren nu tot het licht waar Ik spoedig ook bij zal horen.
De melodie echoot in het kasteel en de draken dalen langzaam af.
Ik voel al dat ik meer moeite heb met spelen, maar Ik moet doorzetten.
De magie zal niet werken als Ik stop. Ik blaas door.
Mijn borst voelt steeds zwaarder aan en Ik heb moeite met doorspelen, maar door mijn tranen heen zie Ik mijn koninkrijk dat steeds ouder en ouder wordt.
De bomen verliezen hun bladeren en het kasteel zakt langzaam in elkaar. Van de verte zie Ik de draken die een rustpositie aannemen.
Ik blaas de laatste noot in Mijn fluit.
Mijn prachtige fluit die Ons heeft bevrijd.
Eindelijk.
Mijn adem stopt, Mijn ogen sluiten en Ik leg Mijn hoofd tegen de wachters aan.


6000 jaar was me meer dan genoeg fluistert de laatste God op aarde.