Datum unknown
De datum weet ik momenteel niet, maar het was een erg lange dag.
De introverte ik zocht toevlucht, maar het wil niet lukken mezelf af te sluiten.
Deels word ik telkens gedwongen de realiteit in getrokken. Aan de andere kant ben ik ook een beetje bang. De moed die mijn vriendin me op dit soort reizen gaf (en ik deels aan haar) ontbreekt mij.
Alles is luidruchtig en vermoeiend.
Zelfs nu hoor ik hun stemmen en het voelt alsof de energie uit me wordt gezogen.
Ik veracht mensen heel erg. Ze zijn zo hooghartig, doch leven ze in onwetendheid.
Ik ben gewoon heel moe. Dit sociale gedoe heeft me enkel één ding doen realiseren en dat is enkel het feit dat ik erg moe word van ze.
Ik heb veel geschreven en dat in iets wat pragmatisch nutteloos is.
Ik mis mijn vriendin, ik mis mijn moeder.
Search This Blog
Tuesday, 31 March 2015
Nietzsche's philosophy on Pokémon- A Short Essay
Recently I was spitting through my old stuff when I came across something I've lost for a very long time. My game boy and Pokémon games.
Eager as I was, I immediately charged my completely energy drained console and popped in Pokemon Yellow.
The moment the theme song started playing I was overwhelmed with nostalgia and I couldn't understand why I had ever stopped playing it.
While playing, one question kept me thinking: ‘What was it about this rather simple game that made me waste my time collecting creatively imagined animals?’
This question can be answered rather easily.
You see, it combines two strong urges of the human being.
The first is the will to power and the second is the will to improve.
Friedrich Nietzsche has described the human being as a human in need for power (or with other words possession.)
This concept is known in German by the term: der Wille zu Macht.
According to Nietzsche the sole driving force of humans is the will to overcome their goals and have power over them.
With other words to possess them, as is the case with Pokémon.
Namely, the main goal for you as trainer is to achieve all 150 Pokémon and with them become the ultimate Pokémon Master.
With this goal for eyes the one playing this game is letting these animals obey to their will by competing in tournaments, thus performing their Wille zu Macht.
To make my point clear, this quote will demonstrate why this game is so addictive:
“What is good? All that enhances the feeling of power, der Wille zu Macht and the Power itself in man. What is bad? All that proceeds from weakness. What is happiness? (In this case the good feeling achieved after winning a battle and achieving a badge) The feeling that power is increasing- that resistance has been overcome (!!!) Not contentment ,but more power; not peace at any price, but war; not virtue, but competence…”
-Friedrich Netzsche
I can remember spending hours and hours trying to collect all Pokémon, but unfortunately I couldn't catch ‘em all.
The point raised by Nietzsche about this game, has left me in stitches. On the one hand it conforms the player in his ultimate need, on the other side it manipulates the gamer in wanting to further the story.
Either way, the moment the resistance has overcome and the player can glorify himself for the amazing gamer he is, is the moment I have lost my interest and with that mein Wille zu Macht.
(Take this with a grain of salt please.)
Friday, 27 March 2015
Herinneringen aan mijzelf #1: Angstaanvallen en Contemplatie
3 november 2014
Er is eindelijk weer besef van tijd. Net was ik ademhalingsoefeningen aan het doen.
Mijn hoofd wilde niet stil zijn, ik voelde mezelf wild worden.
Exhibitionistische neigingen komen naar voren. Zwaar om alles voor jezelf te houden, paradoxaal wanneer je geen vertrouwen hebt in andere mensen.
Ik wil weer genieten, ik heb geen zin in diep nadenken.
Zorgeloosheid en onwetendheid zijn goud waard.
Er is opeens weer een drijfveer gevonden. Ik realiseer me opeens waarin mijn voldoening ligt. Niet in het nadenken zelf.
In het brengen van de ideeën naar de echte wereld.
Roem, eer, extase.
Hoe oppervlakkig misschien, maar mijn egoïstische kant borrelt vaak omhoog.
'La vie est souffrir' voor hen die stoppen met zelf opgezette doelen te bereiken.
Het is een grote holte van mogelijkheden en leegte tegelijk.
Mogelijkheden die uiteindelijk naar niets lijden. Zelf verzonnen ontwikkelingen.
Grappig.
Tenzij je deze leegte en spinnenweb van opties weet te verdringen. Weef je eigen patronen erin en wees het web te baas.
Ik domineer daarin. Mijn hand domineert nu deze pen die woorden neerschrijft, waarmee ik mezelf altijd zal onthouden.
Mijn doelen zijn me aardig duidelijk. Te beginnen met mezelf zijn.
Ik heb diep nagedacht over wie ik ben.
De uiteindelijke conclusie die erop volgde was dat ik mezelf moeilijk kon ontleden op rationeel niveau.
Ik ging op het gevoel af.
Hoewel het gevoel een zeer onredelijke kant had, zorgt het voor m'n bewegingsvrijheid.
Ja, gevoelens behoren tot het aangeleerde, maar men kan toch enkel spelen met de kaarten die hij heeft?
Als het spel maar volgens de zelf opgezette regels gevolg wordt. Kaarten op zich betekenen niks in de objectieve wereld.
Dit vergelijk ik met het leven. Ja, je kan zoveel en niks met beide, maar het gaat uiteindelijk om de eigen invulling.
De prachtige zelf opgezette illusie van het leven.
Er is eindelijk weer besef van tijd. Net was ik ademhalingsoefeningen aan het doen.
Mijn hoofd wilde niet stil zijn, ik voelde mezelf wild worden.
Exhibitionistische neigingen komen naar voren. Zwaar om alles voor jezelf te houden, paradoxaal wanneer je geen vertrouwen hebt in andere mensen.
Ik wil weer genieten, ik heb geen zin in diep nadenken.
Zorgeloosheid en onwetendheid zijn goud waard.
Er is opeens weer een drijfveer gevonden. Ik realiseer me opeens waarin mijn voldoening ligt. Niet in het nadenken zelf.
In het brengen van de ideeën naar de echte wereld.
Roem, eer, extase.
Hoe oppervlakkig misschien, maar mijn egoïstische kant borrelt vaak omhoog.
'La vie est souffrir' voor hen die stoppen met zelf opgezette doelen te bereiken.
Het is een grote holte van mogelijkheden en leegte tegelijk.
Mogelijkheden die uiteindelijk naar niets lijden. Zelf verzonnen ontwikkelingen.
Grappig.
Tenzij je deze leegte en spinnenweb van opties weet te verdringen. Weef je eigen patronen erin en wees het web te baas.
Ik domineer daarin. Mijn hand domineert nu deze pen die woorden neerschrijft, waarmee ik mezelf altijd zal onthouden.
Mijn doelen zijn me aardig duidelijk. Te beginnen met mezelf zijn.
Ik heb diep nagedacht over wie ik ben.
De uiteindelijke conclusie die erop volgde was dat ik mezelf moeilijk kon ontleden op rationeel niveau.
Ik ging op het gevoel af.
Hoewel het gevoel een zeer onredelijke kant had, zorgt het voor m'n bewegingsvrijheid.
Ja, gevoelens behoren tot het aangeleerde, maar men kan toch enkel spelen met de kaarten die hij heeft?
Als het spel maar volgens de zelf opgezette regels gevolg wordt. Kaarten op zich betekenen niks in de objectieve wereld.
Dit vergelijk ik met het leven. Ja, je kan zoveel en niks met beide, maar het gaat uiteindelijk om de eigen invulling.
De prachtige zelf opgezette illusie van het leven.
Thursday, 26 March 2015
Losse Gedachtes #4 (gegeven objectiviteit)
Ik beschreven door een goede vriend.
Een knappe, lieve, einzelgänger die ooit denker des vaderlands zal worden. Die worstelt met haar symptomen van 'gymnasium meisje' en haar filosofische bestaan.
Kenmerken: onvoorspelbaar
Geruchten: Schijnt te kunnen afdingen 'zoals alleen zij dat kan'
Zojuist • Verzonden vanaf internet
Een knappe, lieve, einzelgänger die ooit denker des vaderlands zal worden. Die worstelt met haar symptomen van 'gymnasium meisje' en haar filosofische bestaan.
Kenmerken: onvoorspelbaar
Geruchten: Schijnt te kunnen afdingen 'zoals alleen zij dat kan'
Zojuist • Verzonden vanaf internet
Random Thoughts #3 Dreamer
Dreamer
This story begins the moment I die.I feel cold. And uncertain.
My body can't move, as if metal chains have strapped themselves on me.
Where am I?
Unable to move.
My head is fixated to the ceiling. It is beautifully decorated with seashells, mermaids and turtles, slowly moving and swimming above me. Elegantly and gracefully.
I can't advert my eyes. I don't want to.
Not yet.
By my eyes feel heavy, they're slowly coming together.
Please don't.
The same force is pushing on my chest. I can't breath.
I can't think.
My eyes
have slowly closed, yet my mind is all conscious.
Torture, as the force keeps pushing more and more.
Heavenly grace, where to escape?
My mind is trying to come up with a plan to escape.
Torture, as the force keeps pushing more and more.
Heavenly grace, where to escape?
My mind is trying to come up with a plan to escape.
I’m know I am inside a room, I can hear
the rain dripping against the window.
There is
a storm coming up.
Water? Coming closer indeed.
It's coming for me.
Water? Coming closer indeed.
It's coming for me.
The room is slowly filling itself up with water, everything is covered in water
including me.
I can’t
move. I am drowning.
My legs and arms are solid rock, but fortunately I still have my consciousness.
Unfortunately, I mean.
My legs and arms are solid rock, but fortunately I still have my consciousness.
Unfortunately, I mean.
It’s one of those, I sigh.
The
water is filling up the entire chamber and it is slowly reaching for my face.
First my
legs and arms, then my hair. Lastly face is embraced.
I take a
deep last breath before I will be taken away by the rising water.
I can't breath.
When I wake up, my body is covered in sweat.
With a restless sigh I look around the room.
No water, I am not drowning.
I am concious.
Fortunately,
I can't breath.
When I wake up, my body is covered in sweat.
With a restless sigh I look around the room.
No water, I am not drowning.
I am concious.
Fortunately,
Another restless night.
Losse Gedachtes #2
In De Hemel
Mijn dierbaarste vriendin heeft me ooit verteld dat
wanneer je je eenzaam voelt of niet weet waar je moet zoeken in het leven, dat
je altijd naar de lucht moet kijken.
‘’In de lucht zal je nooit de antwoorden vinden’’, zei ze
‘’maar je zal altijd begrijpen wat jij betekent voor de wereld.’’
Deze uitspraak heeft ervoor gezorgd dat ik op mijn meest
zorgwekkende en bittere dagen naar de hemel keek en begreep hoe insignificant
mijn problemen leken ten op zichten van een groter geheel dat het in het teniet
deed verdwijnen.
Juist dan op die dagen, werd mijn ademhaling regelmatig
en de zorgen werden weggeheven.
Mijn jeugd verging mij springend van de ene dag naar de
ander met mijn vriendin aan mijn zijde.
‘’Zie elke dag alsof je opnieuw geboren wordt.’’ sprak ze
me toe, wanneer we gezamenlijk naar school liepen en in elkaars gedachtes
versmolten.
En zo zag ik het ook. Elke dag alsof ik alles voor het
eerst weer zag en ik voelde de kinderlijke verwondering in mijn onderbuik warm
worden, wanneer ik over haar balkon naar de mensen beneden keek.
‘’Wat zie je?’’ vroeg ze dan op serieuze toon.
Peinzend keek ik haar aan probeerde me te verbeelden wat
er in haar hoofd omging.
Ze nam nog een trek en haar ogen vernauwden zich, terwijl
ze de rook uitblies wachtend op mijn antwoord.
‘’Insecten.’’
Vanuit haar ooghoeken zag ik hoe er rook uit haar
omhooggetrokken lippen kringelden, terwijl ze me met moederlijke zorg aankeek.
Dit gaf me enige mate van vrede, maar het beklemde mij
ook.
We zaten stil naast elkaar, terwijl ik onze klasgenoten
richting school zag lopen. De pauze was voorbij.
De stiltes waren aangenaam, niet gedwongen noch
ongemakkelijk, maar erg vredig.
Wanneer er echter gesproken werd, waren het woorden van
wijsheid uit haar mond terwijl ik met stotterende stem haar probeerde te volgen
en te herhalen.
Glimlachend hiel ze dan haar handen door haar haar en
legde mij op rustige toon uit wat ze bedoelde en ik bleef stil luisteren.
Ze was een en al charme en elegantie wanneer ze
gepassioneerd sprak. Ik tuurde soms af naar haar wilde handbewegingen die ze
maakte om haar woorden kracht te geven.
En na elke monoloog was er een korte stilte waarbij ik
instemmend knikte om haar verhaal nogmaals te bevestigen.
Ze glimlachte wederom moederlijk naar me en zei met een
hoge stem dar we naar school moesten.
De dagen vergingen en net als haar donkere kleren en
asbak, werd haar humeur grimmiger.
Met geknepen ogen keek ze om haar heen. In haar handen
kneep ze de uitgedoofde sigaret plat.
Spreken was een zeldzaamheid en wanneer ze sprak was het
altijd formeel met veel ‘’dank je wel’’ en ‘’het vergaat je goed’’.
Wat er in haar omging durfde ik niet te vragen.
De zachte herfstdagen vervielen een koude strenge winter.
De asbak rookte als de haard, terwijl de ene sigaret na de andere werd
uitgerookt aan de lippen van een nors gerimpelde voorhoofd, ik deed zo af en
toe gehoorzamend mee.
De eens zo fijne stiltes waren ongemakkelijk en onwennig.
Maar ik vroeg toch niks.
Een paar weken later had ik opgemerkt dat haar vaste plek
naast mij leeg was.
De gebruikelijke goede vriendin zijnde, liep ik richting
haar huis en opende met gemak haar altijd openstaande deur; ze zat daar met een
kop thee in de woonkamer en staarde gefronst uit het raam.
Haar handen waren verder leeg en ze rook fris.
Ik moest glimlachen.
Speels riep ik naar haar toe en we zaten stil tegen over
elkaar terwijl ze kijkend door haar wimpers thee zette.
‘Bliss, bliss and
heaven.’ citeerde ik mezelf voor.
Eenmaal boven zaten we tegen over elkaar en sprak ze
eindelijk:
‘Je rookt niet meer?’ terwijl ze zichzelf omhulde in een
grijze sluier.
Ik staarde naar haar besneden roomkleurige huid en
verzuchtte: ‘’Nee.’’
Bedachtzaam vormde een rimpeling op haar blanke voorhoofd
en het deed me zenuwachtig haperen naar lucht.
‘’Er zit een kinderlijke onschuld in, he?’’ bracht ik er
zo zorgeloos mogelijk uit. Ik stond op, liep heen en weer en draaide op mijn
hielen met ogen vol licht.
‘’Laatst zag ik een hart.’’ en ik legde suggestief mijn
hand op mijn borst. ‘’Waarschijnlijk klaargelegd voor een donor, het werd
kunstmatig in leven gehouden.’’
De rimpel vernauwde zich en met getuite rode mond bedekte
ze zichzelf weer in een grauwe sluier van as.
Ik ging door: ‘’Ik hield mijn adem in en probeerde het
ritme te volgen van de hartslag, het ging moeizaam, maar uiteindelijk lukte
het.’’ een verdwaasde glimlach verscheen op mijn mond en ik verschoof de gekrulde
zwart krul die voor mijn oog bungelde.
‘’Op dat moment merkte ik opeens een warm gevoel, die ik
alleen kan associëren met moederlijke liefde, begrijp je?’’
Ze snoof. ‘’Moederlijke liefde met een orgaan.’’
‘’Ja.’’
Ze knikte instemmend en keek naar de lucht. Nog voordat
ik haar weerwoord kon geven, nam ze een pakje uit haar zwarte mantel en reikte
het aan.
En nog voor ik er met mijn volle verstand bij was, reikte
ik mijn hand uit.
Niet vele dagen later was ze verdwenen.
Haar ouders hadden mij opgebeld en ik kwam zo snel
mogelijk aan. De zoektocht duurde niet lang aangezien ik wist waar ik moest
kijken.
Ik rende met snelle tred naar het bovenste gedeelte van
het huis en zakte op de bovenste tree in elkaar met mijn hoofd tegen de muur en
de ogen geworpen naar de hemel.
Vaag in de verte kwam mij een bekende rooklucht tegemoet.
De hemel was grijs, mijn tranen zwart en haar lichaam bleek.
Dwang tot bestaan.
Dwang tot bestaan.
Het was nooit aan ons de keuze geweest om geboren te zijn in de eerste
plaats.
En dat voornamelijk in deze wereld, waarin de afwezigheid van God meer dan
ooit merkbaar, voelbaar is.
Zowel in de morele zin, waarbij Gods wil de grondbeginselen bepaalt voor
onze ethiek, als in de praktische zin van het woord, waarbij hij de eeuwige
waarheid met zich mee zou moeten dragen om de mensheid tot consensus te laten
komen, is God of afwezig of indifferent.
Dat brengt een bepaalde sfeer van leegte met zich mee, waarbij ik niet
enkel alleen op mezelf moet steunen, maar daarbij ook nog eens niet de steun
bij een hogere macht kan vinden.
Eenzaam en koud, verward en leeg worden we de wereld in geworpen tussen
andere soortgenoten, die het pad des levens in zoverre bewandeld hebben dat ze
denken te kunnen oordelen over ons recht van bestaan.
Met andere woorden, de mens acht zich in dermate hoog genoeg om voor God te
spelen en uit de weinige beschikbare middelen leven te doen ontstaan.
Of dit besluit bewust of onbewust is genomen, het zet een brandmerk op het
kind waar het nooit vanaf zal komen.
Immers in deze dat hij, eenmaal geboren, gedwongen is te leven om daarna
oftewel verder te leven of er al geheel een eind aan te maken.
Hoe het ook zij, mocht het kind toch een eind willen maken aan zijn leven,
dan is hij in dermate impotent om daar een keuze over te maken, voordat hij
zichzelf zo heeft ontwikkeld dat hij weet wie hij is en wat hij betekent voor zowel
zijn omgeving als voor zichzelf.
Tegen die tijd is er enkel slaafse dwang van zijn omgeving, waar hij voor
neer dient te buigen door zijn onvermogen de wereld en zichzelf te kunnen
begrijpen.
Daarnaast heeft hij, geworpen in de wereld, geen andere keus dan dit te
doen, omdat hij volledig vrij is geboren.
Daarmee bedoel ik dat hij de mogelijkheid heeft om zichzelf te maken tot
iets wat hij later wil zijn.
Het problematische hieraan is, is dat zijn vrijheid beperkt wordt in de
eerste levensjaren omdat hij nooit het vermogen had om zijn omgeving a priori
tot zich te nemen en daar een keuze over te maken.
Nee, in de eerste levensjaren wordt het kind op marxistische wijze ingevuld
met informatie, indrukken en geluid, gevoelens en vormen, waarna hij later een
geheel kan gaan vormen.
Inderdaad is de mens vrij geboren, misschien is hij wel iets te vrij
geboren waardoor het zijn indrukken aan de ander kan opleggen.
Het paradoxale hieraan is dat het kind enerzijds niet de mogelijkheid heeft
zichzelf in te vullen omdat hij de wereld in is geworpen en anderzijds het
noodzakelijk is dat hij ingevuld wordt omdat hij anders zichzelf niet verder
kan realiseren.
Problematisch gezien levert dit het probleem op dat de mens eenmaal de
keuze gemaakt hebbend in zijn leven, nooit de keuze kan keren en dus ook de
consequentie ervan tot zich moet nemen omdat hij juist gedoemd is zo vrij te
zijn.
Vreemd genoeg draagt de mens ook de invulling van zijn omgeving, die hij in
zijn eerste levensjaren heeft verworven met zich mee en de daarbij komende
consequenties.
Daar ontstaat de dubbelzinnigheid.
Enerzijds dat zijn jeugd bepalend is voor zijn latere levensjaren en voor
de beperking aan keuzes die hij voorgelegd krijgt.
Anderzijds als het kind niet ingevuld wordt, , zodra de invulling van deze
vrijheid niet begint, zodra de keuzes niet worden gemaakt waarmee hij zijn
eigen essentie bepaalt, is hij paradoxaal genoeg een slaaf aan zijn eigen
bestaan.
Hij stopt met existeren (dat wat de mens bestempelt tot mens!) en hij
reduceert zichzelf tot een object.
Niet alleen jegens zijn omgeving, maar het meest jegens zichzelf.
De mens
gedefinieerd
Gedwongen te bestaan leeft een mens nooit in isolatie, maar altijd te
midden van andere lotgenoten.
De mens gedefinieerd hebbend als een behoeftig dier, is het er altijd op
uit om zijn onderbewuste driften tot hun recht te laten komen.
Hierbij is het vaak niet bewust van zijn driften, totdat het in het
bewustzijn vertaald wordt zodat het doel makkelijker behaald kan worden, niet
door dierlijk instinctieve reflecties, maar door redelijk nadenken.
Tot deze behoeftes behoren de meest basale, zoals hongerdrift en seksuele
ladingen dat tot hun climax moeten komen, zodat de mens weer terugkeert in een
toestand van rust.
Wat de mens niet tot dier kan laten worden is het aspect dat zij door hun
zelfbewustzijn een bepaalde weg kunnen afleggen om deze gedeelde driften tot
ontlading te laten komen.
Dit creëert de persoonlijkheid.
Doorgaand op het zelfbewustzijn; het zelfbewustzijn is datgene wat de mens
in staat stelt om zichzelf te verhouden tot zichzelf en zijn omgeving.
Sartre duidt dit aan met être-pour-soi, wat inhoudt dat de mens een
zelf-creërende subject is dat zijn eigen essentie maakt door te streven naar
het être-en-soi.
Het être-en-soi is datgene wat helemaal met zichzelf samenvalt, dat houdt
in dat je jezelf niet meer creëert, maar zoals een God al volledig bent.
Het tegenstrijdende hieraan is dat je als mens nooit dit stadium kan
bereiken omdat je gedoemd bent hierin te falen.
Deze wisselwerking vormt de speelruimte waarin de mens een subject is te
midden van vele andere objecten die hij gebruikt om zichzelf te creeëren.
Er zit geen happy ending aan elk falen. De happy ending zit hierin dat je
niet meer kan dan leven, punt.
Daar zit het hele leven in besloten. Namelijk dit, dat je alleen maar kan
leven met zowel de goede als de slechte momenten.
Er komt geen daarna meer, er zit geen bedoeling in, omdat die bedoeling
nooit in de wereld lag.
De objectieve buitenwereld functioneert enkel en alleen volgens de
natuurwetten waaraan we ons niet kunnen onttrekken, het kent geen morele
waardes, noch gedragsregels.
Dit houdt in dat elke vorm van goed, slecht, mooi, lelijk of elke andere
abstract begrip dat we aan de werkelijkheid toepassen enkel iets is wat binnen
in onze hoofd bestaat, in onze wereld.
Voorwoord- Uitleg
Dit abstracte verhaal representeert de
gewaarwording.
Het was nooit aan ons de keus geweest om in de wereld te zijn geworpen. Dat
ik niet alleen een subject ben, maar dat iedereen een subject is, hoewel deze
functie nooit zichtbaar tot zijn recht komt.
Zo meende ik eerst dat ik de mens zelf verafschuwde vanwege zijn
objectivisering van de zelf.
Vervolgens stemde ik hiermee in en ging ik mezelf proberen objectiviseren,
wat in hield dat je weigert om je eigen leven in te vullen, maar dat je jezelf
bloot legt voor de wereld om te doen met je wat ze willen. Door daarbij passief
te zijn in je existentie in plaats van actief en zelfbewust van elke handeling
de consequenties te aanvaarden.
Oftewel stoppen met mens zijn.
Hoe hard ik toentertijd om te kunnen krioelen tussen de anderen, mijn poten
waren enkel armen die konden grijpen naar een pen om de frustratie weg te
schrijven.
Poëtisch braaksel noem ik dit ook wel.
Ja, ik merkte dat ik gek, gestoord, krankzinnig was, maar dat veranderde
weinig aan hoe de realiteit op zichzelf was.
Alcohol kon deze fase verdrinken, maar het veranderde nog steeds weinig aan
de realiteit.
Want zodra het eerste omhulsel gekraakt was (dacht je) van je medemens,
wist je bij god niet welk van de twee lichamen de persoon was die zichzelf in
de wereld positioneerde.
Sterker nog, weet de medemens zelf wel welk van de twee hij is of zijn ze
allebei twee kanten van een mes waarmee ze in hun vleselijk bestaan snijden?
Nee het leven is niet lijden door andere mensen.
Het was lijden door de schijn van andere mensen, die zich bewogen van het
mens zijn naar het dier-zijn, waarbij ze zekerheid verwierven over hun bestaan,
maar steeds minder mens werden met deze dodelijk beslissing.
Had Nietzsche ooit gezegd dat God dood was, dat wij Hem hebben gedood, dan
kan ik nu mededelen dat die kruistocht nooit is opgehouden, maar enkel is
opgeschoven naar het uitmoorden van de mens.
De mens is stervende en dat hebben wij gedaan.
En de vraag over het nog te redden is nog maar de vraag, omdat ik me
afvraag of we ooit mens waren geweest.
Het doorbreken van de pantsers zegt weinig over de echtheid van de
binnenkant, waarbij de binnenkant twee kanten van dezelfde munt kunnen zijn.
En zoals ik, hebben velen onzekerheden in het leven, die ze verbergen met
deze dubbelzinnigheid.
Wie ben ik echt? Wat wil ik eigenlijk? Ben ik momenteel niet gewoon een
marionet die, zodra het losgeknipt wordt van de poppenspeler, uit pure wanhoop
en ongemakkelijkheid zal proberen om de touwen aan elkaar vast te knopen? Wil
ik keuzes maken en vrij zijn of wil ik in de zogenaamde structuur leven die ik
tot vanzelfsprekend heb gemaakt, maar die wel mij een begin en eindpunt geeft
in het leven?
Voor mij lijken de pantsers van de insectenlichamen waarin we onszelf
opsluiten af te vallen.
Er is geen objectieve houvast, enkel de illusie van structuur in wat in
onze categoriserende ogen lijkt op structuur.
Dit creëert wat ik aanduidt met het begrip neo-solipsisme. Dit is een
stroming dat aansluit bij het filosofisch scepticisme, dat je nergens helemaal
zeker over kan zijn.
Dit komt voort uit het idee dat niemand in de objectieve wereld leeft, maar
in zijn eigen geest.
De objectieve wereld treedt door het subjectief filtertje heen en
construeert hem op deze wijze. Dit toont aan dat de mens alles wat hij uit zijn
omgeving haalt om zichzelf te construeren nooit waarneemt als Ding an sich,
maar altijd als een Ding für sich.
Ieders leven is op die wijze geconstrueerd op indrukken, schijnen van de
werkelijkheid.
Deze verschijnen zullen ook nooit en te nimmer zijn geest verlaten, maar in
de bewegingsruimte van zijn vrijheid de invulling vormen voor de latere keuzes
die hij zal maken in het leven.
Op die wijze leeft hij nooit in de wereld, maar altijd in zichzelf. In zijn
eigen wereld.
Losse Gedachtes #1
In het leven is er niks wat enger en meer intimiderend is dan jezelf de
wereld in te werpen en te kijken wat de reacties zullen zijn op jouw positie.
Niet alleen brengt het heel veel onzekerheid met zich mee, maar de dood die
als een geduldige vriend op je wacht, doet mij des te meer realiseren hoe
weinig tijd ik heb om mezelf te realiseren.
Daarnaast word ik diep ongelukkig van de tijdsnood, die mij dwingt tot
handelen en daarentegen de omgeving die je maar in bepaalde richtingen duwt, de
illusie gevend dat je enige mate van vrijheid bezit.
Kafka heeft ooit het volgende gezegd: ‘’I have the true feeling of myself when I am
unbearably happy unhappy.’’
Waarin begrip voor de omgeving uitmondde in diepe droefenis wegens
bedrukking en machteloosheid, maar daarnaast de noodzaak van de wisselwerking
waarbij je je eigen vrijheid moet invullen en deze machteloosheid ter hand moet
nemen.
Dacht ik eens de begripvolle zuster te zijn uit zijn Metamorfose, was ik
eigenlijk het ongedierte zelve te midden van andere ongedierte, die of niet
bewustzijn van hun insect-zijn of het wensen te negeren.
Ze krioelen en naderen mij, wanneer ze kwijlend langs en over elkaar heen
kruipen.
Wanneer hun takvormige armen verstrengeld raken in elkaar om een
paringsdans of iets in die trant voor te stellen, kauw ik op mijn eigen armen,
niet in staat om ook maar de illusie op te kunnen wekken mijn
lichaamstemperatuur aan de ander aan te passen.
Zo ook zit ik opgesloten in mijn insectenpantser van diep ongeluk.
Nu en dan steek ik mijn hoofd naar buiten, maar de geur van de over elkaar
wrijvende schilden branden mij in de neus.
Durf ik toch mijn intrede te doen in hun insectenlegioen, dan is hun eigen
gedaante diep verborgen.
Onlangs was er echter sprake van een gesprek, die, zo dierlijk als ik toen
was, werd uitgelokt met snoep en verwennerij.
En naarmate onze kelen niet enkel gezoem en gepiep lieten horen, maar
menselijk geluid, zo scheen het dat ik een glimp van menselijkheid had gezien
in de ander.
Zowaar lukte het mij om kilo’s lichter te worden, na uit het verduvelde
insectenpak gestapt te zijn.
Mijn onwennige keel deed pijn door de frisse buitenlucht die nieuw leven in
mij blies.
Met nieuwe ogen keek ik de wereld tegemoet en ik voelde de warmte van
andermans blik door mijn schedel dringen en opvlammen in het binnenste van mijn
breinmassa.
Het eerste wat ik uit kon brengen was: ‘’La
vie, c’est pas souffrir.’’
Mijn zintuigen dwaalden meteen af naar de koude pantsers die zich een weg
baanden om en door elkaar heen.
En zo werd de vlam in mij des te groter om de pantsers te doen
verbrijzelen.
En zo deed ik dat ook.
Ze kraspten heerlijk open als knarsende herfstbladeren op een koude
oktoberdag.
En op dat moment knapte er ook iets in mij.
De dubbelzinnigheid van het bestaan werd me opeens duidelijk en met elk
gebroken insectenhuid werd de dubbelzinnigheid groter en scherper dan ooit.
Er was op dit moment niks moeilijker dan door iemand heen te kijken en te
begrijpen dat ook zij zoals jij in massale groepen de wereld in waren geworpen,
gedwongen om te leven.
‘’In elk mens heeft ooit een levenskunstenaar gezeten,’’ gonsde er door
mijn hoofd,
maar zonder het zelf te weten beschermde ze zichzelf voor henzelf.’’ maakte
ik de zin hardop af.
Gebroken en in diggelen was men naakt.
De ogen werden afgewend en ze beschermden met hun handen de roosgekleurde
gezichtsuitdrukkingen.
De mens is
volwassen geworden.
Parodie Sociaal-Realisme op Gorki
De leerling
Door: De Bittere
Door: De Bittere
Gebukt onder misère
met zijn ogen geworpen op de grijze hemel sjokt onze held richting huis om
dezelfde maaltijd te nuttigen als de afgelopen drie dagen.
De spieren stijf van
slaaptekort en de vingers vies van de as en het roet sluit hij dicht tegen de
groep somber kijkende leerlingen aan. Hun schouders hangen omlaag, diep in de kragen verscholen en met zware tred verzetten ze de ene voet na de andere
hierbij een diep spoor achterlatend in de grijze natte sneeuw.
De school braakt met
veel stoom de leerlingen uit, die na hun machinale functie vervuld te hebben
terugkeren om de volgende dagen deze functie opnieuw te vervullen.
Geïrriteerd en
minachtend gebrom is te horen te midden van de leerlingen, nadat ze hun hoofden wegdraaien van de laatste bel, die scherp te horen is als indicatie van hun
tijdelijke vrijheid.
De dag is voorbij en
de zon gaat langzamerhand onder en terwijl dit gebeurt verandert het
geïrriteerde gebrom in warm geroezemoes.
De schoolbanken hebben
de energie van onze scholieren weggezogen en met bezwete voorhoofden tonen ze
blijmoedig en hongerig elkaar hun glimmende tanden druipend van het kwijl. Het avondmaal kan
genuttigd worden.
Na vele jaren
intensieve arbeid, hebben de meesten scholieren er vrede mee gesloten dat er
geen ontkomen aan de zware onderdrukking van de docenten is en dat elke stap
die ze nemen om de dag tot een eind te brengen, een stap dichter bij het graf is.
Op enkele dagen echter, wordt de met Axe volgespoten mannenkleding vervangen door een net pak en
krijgen de vrouwelijke scholieren de gelegenheid om hun haar los en charmant
krullend te dragen.
De jaren in de
schoolbanken hebben onze held beroofd van zijn eetlust en zin tot drank, maar
wanneer die lust eenmaal werd aangewakkerd door de soms gunstig gezinde docenten,
dan konden de scholieren de door woede brandende magen blussen met alcohol op eindfeesten.
Andere dagen, buiten de
school om spreken de leerlingen op serieuze toon met elkaar. Nooit afwijkend van de
cijfers en datgene wat zich het meest prominent manifesteert in hun bestaan: de fysieke
inspanning die dag in dag uit geleverd moet worden aan de grootbuikige
schooleigenaren.
Zelden doorbreekt een
glimlach hun monotone manier van spreken. En wanneer dit gebeurt, is het de
agressie die zich thuis afspeelt tegen de jongere broer of zus dan wel de ouders
die het wagen te vragen hoe hun dag was.
En deze levenswijze
volgt de volgende generatie als een schaduw achterna, onlosmakelijk verbonden met
henzelf.
En na zo vijfenzestig
jaar geleefd te hebben, sterft men de gelukkige scholierendood.
Zo ook zou onze held
geleefd hebben, als trouwste werker van de school.
Hij is het knapst,
het sterkt en het meest intelligent. Desondanks in zichzelf gekeerd en respectloos
tegenover elk gezag.
Zo gebeurt het op een
dag dat hij toevalligerwijs een humeurige medescholiere tegenkomt die een
snauwende opmerking maakt betreffende zijn kledingdracht.
Scherp en
oneerbiedig als hij is, bijt hij deze nors kijkende dame van zich af, maar waarvan hij zich niet los weet te wrikken. is het idee van de onderdrukking dat hem is aangepraat.
Zie je, vroeg hij zo
zichzelf, het is niet alleen ik die zo gekleed is en gebukt gaat onder het
regime van de school. Het is het ook de medescholiere zelve die haar frustratie
uit door haar tekort aan voldoening, aangezien iedereen en allen hetzelfde is gekleed. In de Abercrombie en Fitch mode.
En zo valt hem de ene
nors kijkende scholier op na de ander, de scholieren die als een groep wolven klaar zijn om
het gezag omver te werpen.
Onze held weet vanaf
dit moment wat hem te doen staat.
Hij zal zich ontrukken aan de schaduw die hem als achttien jaar lang volgt. Deze keer zal hij de school tonen wat het betekent om gezamenlijk het goud te onttrekken van de leraren en als een gezamenlijk genootschap erboven op te zitten.
Hij zal zich ontrukken aan de schaduw die hem als achttien jaar lang volgt. Deze keer zal hij de school tonen wat het betekent om gezamenlijk het goud te onttrekken van de leraren en als een gezamenlijk genootschap erboven op te zitten.
Zo is er een vuur in
hem aangewakkerd, waarna hij zich een weg baant door de dikke pak sneeuw en met gestrekte armen tot de grijze hemel roept:
‘Kameraden. . .’ hij is nog maar net begonnen met zijn zin of de medescholieren pakken hun mobiele
telefoons om het spektakel te filmen.
De moed zakte hem in
de schoenen en hij laat zijn schouders zuchtend omlaag hangen, diep in de kraag verscholen en met zware tred verzet hij zijn ene voet na de andere, hierbij een diep spoor achterlatend in de grijze natte sneeuw.
Subscribe to:
Posts (Atom)