Search This Blog

Saturday 25 June 2016

Analyse Contemporaine Feminisme


De kritiek op het feminisme die ik naar voren wil brengen heeft te maken met een verkeerd begrip van concepten. Ik wil graag beginnen met een uiteenzetten wat de algemeen gangbare opvatting zijn rondom het feminisme. Vervolgens wil ik schetsen wat er inconsistent is aan dit beeld. 
Het is belangrijk om te weten dat dit artikel enkel geschreven wordt met de intentie ons beeld te veranderen richting de vraagstelling. Dit houdt in dat ik niet bezig ben met een nieuwe descriptie geven rondom dit moeilijke vraagstuk en daarmee dus antwoorden poneer. 
Het doel is men bewust te maken van het feit dat er een kans bestaat dat we de vraag vanuit een verkeerde hoek stellen. Wanneer we die optie openen om de vraag vanuit een ander gezichtspunt te stellen, openen we wellicht de weg naar een nieuwe weg van mogelijkheden die wel adequaat aansluiten bij onze opvattingen rondom het mens als sociaal wezen; de nadruk ligt dan op de vrouw. De reden hiertoe is dat in het vraagstuk rondom het feminisme, je de vraag rondom machtsverhoudingen, sociale context en het dualisme rondom individualisme en sociaal gedrag aan de kaak kan stellen.
Natuurlijk speelt de actualiteit van de Third Wave Feminism een rol in mijn initiatief om dit te schrijven. De inadequate opvattingen van de Third Wave Feminism lijken niet meer gangbaar te zijn. Niet omdat ze per definitie een verkeerd antwoord geven op hun eigen vragen, maar omdat ze de verkeerde vragen überhaupt stellen. 

De Third Wave Feminism is een sociaal fenomeen dat zijn intrede deed in de jaren zestig en zeventig. Dit waren de jaren van het poststructuralisme. Het poststructuralisme is lastig om als een groep uit te leggen aangezien ze zich kenmerken als individuen die zich afzetten van het structuralisme. Het structuralisme was een intellectuele beweging, die in Frankrijk opkwam. De notie van het structuralisme was het idee dat sociale wezens hun hoedanigheid te danken hebben aan onderliggende structuren. Door het bestuderen van deze onderliggende structuren, zoals taal en onderliggende machtsrelaties die vormend zijn voor individuen, probeerden zij zo grip te krijgen op de ontwikkelingen rondom de individuen en de maatschappij. De individuen konden dus daarom alleen gedacht worden op het niveau van deze horizon en nooit op zichzelf. 
Dit idee van context en achtergrond als vormgevend voor de Vrouw komt ook terug in het werk van de Beauvoir. Zij meende namelijk dat door de geschiedenis heen de mannen de overhand hadden, waarna ze een bepaald beeld hadden gecreëerd waaraan de Vrouw moest voldoen. Het probleem hiervan was dat er geen onderscheid werd gemaakt tussen sekse en gender. Sekse verwijst naar de biologische aspecten, terwijl gender verwijst naar de identiteit van een individu. Uit de sekse werd door de geschiedenis heen een beeld geschetst, die de Vrouw werd genoemd en wat als maatstaaf gehanteerd werd om je aan af te meten en mee te identificeren. De biologische functies en sociaal gedrag werden als één gezien, wat ervoor zorgde dat de vrouw gereduceerd werd tot haar biologische functies. 
Dit beeld van de Vrouw was niet zelfstandig gecreëerd, maar was een standbeeld waarna je moest opkijken vanaf het moment dat je als vrouw was geboren. Hierdoor eindige de Vrouw als een tweederangs burger, die de vooropgezette identiteit moest proberen na te streven. 
In de Second Wave Feminism had je een doorbraak in sociale, economische en politieke verhoudingen. De vrouw was als burger legaal gelijk aan de man. 
Het streven naar gelijkheid zorgde voor een nieuw beeld van een vrouw die zichzelf kon afmeten, niet aan het vooropgezette standbeeld, maar aan de man met wie ze kan wedijveren. 
Een beweging die niet richting de Vrouw was, maar ervan weg. De strijd om weg te bewegen van het vrouw zijn zorgde ervoor dat de vrouwen zichzelf wilden afmeten aan de man, wat ervoor zorgde dat vrouwen ‘’mannelijk’’ gedrag gingen vertonen. 
De eerste bewegingen hiervan waren te zien aan vrouwen, die onder invloed van de media zichzelf meer durfden open te stellen voor mannelijk gedrag. Het gaat hierbij niet om grote veranderingen, die ervoor zorgden dat de vrouwen zichzelf totaal verloren; het ligt namelijk veel genuanceerder. 
Denk hierbij aan vrouwen die roken, vrouwen met kort haar, nieuwe schoonheidsidealen van een vrouw die lang en mager is, in plaats van vol met rondingen. 
Met dat de vrouw weg bewoog tijdens de Second Wave Feminism richting andere wijzes van sociaal gedrag, was er sprake van een scheiding tussen sekse en gender. De sekse bleef biologisch nog gelijk, maar de scheiding van gender zorgde voor ruimte om een identiteit toe te schrijven aan jezelf, die niet langer geconstrueerd is door de omgeving, maar die volledig uit je eigen individualisme voortkomt. 
Hierdoor was er nog in enige mate sprake van de mens die een kleine terugkeer maakte richting het subjectsdenken. Het subjectsdenken houdt in dat de mens zichzelf als een individu ziet met het vermogen om tot de waarheid te komen over de wereld middels rationeel denken. Dat wil dus zeggen, dat vrouwen het vermogen hadden om niet langer afhankelijk te zijn van hun omgeving, maar om dat te overstijgen richting een identiteit waar ze zich zelfstandig mee identificeerden. 
De concepten rondom sekse, gender, vrouw, man, individualisme en subject kregen een nieuwe lading en nieuwe betekenis daarmee. 
Dit opende de deuren richting vraagstukken, die niet langer gingen om de legale gelijkheid tussen man en vrouw, maar om de sociale gelijkheid. 
De Third Wave Feminism legt de nadruk op het onderscheid tussen sekse en gender. Daardoor draait het niet langer om de legale verhoudingen tussen man en vrouw, maar om de sociale verhoudingen. Vrouwen werden immers niet gereduceerd tot hun biologische functies; er kwam een speelveld aan mogelijkheden vrij, waarin vrouwen zichzelf konden ontplooien als individuen of subjecten van hun eigen leven. De mentaliteit die nu rondom het feminisme heerst, draait om het behoud van het sociale speelveld van de vrouw, waarin ze de autonomie over haar eigen leven niet verliest. 
De vraag die gesteld word is: Hoe kunnen we de sociale onderdrukking van de vrouw tegengaan?
Dit houdt dus in dat het draait om de sociale conventies die aan de kaak worden gesteld om vervolgens de ruimte te kunnen creëren voor de ontplooiing van de vrouw als subject van haar eigen leven. 
Dit uit zich in vele vormen, maar de meest voorkomende is kritiek op de het beeld dat van de vrouw in de media wordt geschetst. De vrouwen van nu vechten voornamelijk voor vrijheid op een ander vlak, wat niet meer fysiek toegeschreven aan je kan worden via legale wetregeling, maar het speelt zich af op het niveau van concepten. Het draait om sociale conventies die bekritiseerd worden, zoals schoonheid, vrouwelijkheid, vrijheid, autonomie en gelijkheid. 

De kritiek, die ik naar voren wil brengen jegens deze vorm van feminisme is het feit dat er geen aandacht wordt gegeven aan het sociale aspect van de beweging vanuit de juiste invalshoek. 
Door de geschiedenis heen was feminisme iets wat zich voornamelijk ontwikkelde op het economisch-politieke vlak. De gevolgen hiervan waren dat ze tot uiting kwamen in de legale rechten van de vrouw, wat weer ervoor zorgde dat de maatschappij zodanig ingericht werd, dat vrouwen een grotere ruimte in hadden om zich te ontwikkelen. 
Met andere woorden, de mogelijkheidsvoorwaarden voor het vrouw-zijn werden in maatschappij verwezenlijkt: vrouwen konden werken en daarmee meer zijn dan enkel vrouw. Ze konden verder hun stem uitoefenen in politieke aangelegenheden en daarmee moesten vrouwen nadenken over hun positie in de maatschappij. Ze konden hun tijd zo indelen dat ze niet enkel op hun gezin waren gericht, maar dat ze ook in zichzelf konden keren en hun individualiteit op andere manieren konden ontwikkelen door zichzelf in deze economisch-politieke context te uiten. 
Natuurlijkerwijs vormen de economisch-politieke context waarin iemand opgroeit, meteen de voorwaarden voor de ontwikkeling van het individu. De context waarin iemand opgroeit, zorgt ervoor dat iemand niet alleen vrij is van bepaalde beperkingen, maar ook dat de nieuwe dynamiek van de omgeving je mogelijkheden aanreikt om een bepaald ideaal van jezelf te realiseren. 
Vrouwen konden dus zichzelf realiseren op een dusdanige manier dat ze meer waren. Distinctie tussen de ene en andere vrouw werden groter. Het ging niet meer om een groep vrouwen, het ging om individuen, die ook nog vrouw waren. 
Het is belangrijk om te weten dat deze realisatie plaatsvond in de economisch-politieke context met als neveneffect dat vrouwen zich op een bepaalde manier gingen gedragen als gevolg daarvan. 
Het feminisme van nu wil de aandacht leggen op enkel het sociale aspect en daarin de tolerantie jegens de vrouwen vergroten. 
Doordat de vrouwen van nu het product zijn van een maatschappij, waarin de speelruimte voor individualisme groter is, heeft elke vrouw de mogelijkheid een eigen visie op gelijkheid te hebben. 
Daarmee bedoel ik dat de feministen van nu, doordat zichzelf als een individu zien, elk een eigen visie kunnen gaan vormen over hoe zij willen dat het ideaalbeeld van de vrouw is. 
Voorbeelden daarvan zijn, dat sommige feministen eisen dat het concept ´´Vrouw´´ volledig verdwijnt uit de maatschappij, omdat dat concept is gevormd door de patriarchie. Je hoeft je dus niet als een vrouw de gedragen. Denk hierbij aan vrouwen die weigeren make-up te dragen of zich te scheren of om enkel huishoudelijk werk te doen. 
Een andere visie is juist tegenovergesteld daaraan. Zij pleiten juist voor het omarmen van de vrouwelijkheid. De kenmerken die een vrouw tot vrouw maken hoeven niet negatief te zijn. Juist door die kenmerken te omarmen ga je in tegen de onderdrukking. Je weigert namelijk om jezelf als het zwakkere geslacht te zien door die kenmerken, maar keert de dynamiek om door ze als kracht gevend te ervaren. 
Denk hierbij aan vrouwen die menen dat ze hun zelfvertrouwen boosten juist door zich op te maken of typisch vrouwelijk gekleed te gaan. Er is daar immers niks mis mee op zich, het is de maatschappij die het door de eeuwen heen als zwak heeft afgebeeld. 
Nu gaat het mij er niet om wie van de groeperingen gelijk heeft; er zijn duizenden ideaalbeelden op na te houden immers, met elk hun eigen nuanceringen. 
Het gaat erom dat er überhaupt ideaalbeelden gevormd worden met als pretentie dat ze bevrijdend zijn voor de vrouw. 
Dat wil ik twijfel trekken, aangezien het een contradictie lijkt te zijn. Immers, de Third Wave Feminism heeft de pretentie te prediken voor de bevrijding van de vrouw, maar doet daar door meerdere opties te tonen waarop je vrouw kan zijn. 
Niks mis mee, lijkt zo op het eerste gezicht. Je opent daarmee veel deuren voor onzekere vrouwen en toont aan dat alles wat zij als vreemd ervaarden, totaal oké is. Het is prima om van make-up te genieten of van tattoos. Het is prima om een huisvrouw te zijn of om carrière te maken. 
Het probleem echter is, dat men zich er niet genoeg bewust van is, dat individualisme iets is dat voortkomt uit een economisch-politiek context. Dat bevrijding zit in de mentaliteit die een maatschappij met zich meedraagt. 
Third Wave Feminism verschilt van de vorige Waves in deze zin, dat het niet meer om het mensenrechten gaat wat legale gelijkheid betreft, waardoor je iets concreet kan afdwingen. 
Het gaat om ideaalbeelden van verschillende individuen. Deze ideaalbeelden zijn niet concreet te formuleren juist omdat ze zo verschillend zijn van elkaar. En dit lijkt in te gaan tegen het concept van individualisme, aangezien je de pretentie hebt dat je met je ideaalbeelden een nieuwe manier van vrouw-zijn introduceert, maar dat je eigenlijk een nieuwe essentie van ‘’De Vrouw’’ creëert, waaraan de individuen moeten voldoen. Juist dat wil ik benadrukken; het gaat om individuen. Individuen, die dan, omdat ze blootgesteld worden aan de nieuwe ideaalbeelden, een nieuwe ladder hebben klaarstaan die ze moeten beklimmen.
Er ontstaat dus een paradox. Met dat Third Wave Feminism nieuwe manieren van ‘’de Vrouw’’ introduceert, is er altijd een groep vrouwen, die hier niet aan kunnen voldoen. 
De reden hiertoe is, dat de Third Wave Feminism het product is van een economisch-politieke achtergrond, waarin individualisme het product ervan is. Om die individualisme te waarborgen moet er alles aan gedaan worden om juist te stoppen met het vormen van standbeelden van ‘’de Vrouw’’.
De Vrouw kan biologisch een onderliggende principe zijn van verschillende individuen, maar is er niet toe beperkt. Om de Vrouw dan als iets te zien waar je je naartoe moet bewegen, zorgt voor een paradox; je bent niet langer de weg aan het openen voor het individu-zijn. Je beperkt de weg richting ideaaltypes, die volledig distinctief zijn van elkaar. 
Ik wil dit graag benadrukken, omdat het cruciaal is in te zien dat ideaalbeelden geen zin hebben rondom het feminisme. Geen zin, omdat ze enkel concepten zijn, die kunnen ontstaan nadat je je bewust bent van je omgeving. De ideaal van ‘’de Vrouw’’ die je persoonlijk creëert komt voort uit input van je omgeving, religie, ouders, geschiedenis etc. Deze variabelen zorgen ervoor dat zoiets als een ideaalbeeld context afhankelijk wordt; je ideaal is relatief. 
Dus, het is zinloos omdat het het principe van individualisme tegenspreekt en omdat het relatief is. 
Het punt van dit stuk was daarom niet om een nieuwe visie te poneren rondom ‘’de Vrouw’’, maar om juist te kijken of we wel vanuit de juiste hoek feminisme benaderen.
Niet antwoorden, maar vragen. 
Feminisme is een ontzettend moeilijk. Veel moeilijker dan erover gediscussieerd wordt. De internetartikelen van Buzzfeed of The-Feel-Good-vibe, die modeartikelen voor feminisme willen laten doorgaan dekken de lading niet. Ze geven enkel een oppervlakkige bevrediging van de driften, die vrouwen voelen, wanneer ze niet aan een ideaal kunnen voldoen, door er een ander ideaal voor in de plaats te zetten. Mijn doel was daarom om daaraan voorbij te vragen. Ik reflecteerde op feminisme vanuit het standpunt van mens-zijn. Met deze benadering rondom het feminisme, ben ik genoodzaakt te zeggen dat ik terugval op het Beauvoiriaanse standpunt. Mens zijn is een lege definitie. Mens zijn, is dier zijn, maar nog iets anders erbij. Die vrije invulling is waar je je identiteit tot uitdrukking kan brengen en waar biologische functies niet toereikend genoeg voor zijn om te spreken van een volledig mens. Mens is een leeg begrip. Iedereen begrijpt wat je ermee bedoelt, juist omdat mens-zijn zo differentiaal is. Door de differentie en individuen herkennen we wat het inhoudt om mens te zijn. Alles wat universeel en biologisch is, toont enkel ons dier-zijn. 
Kant had daarom ook gelijk, wanneer hij zei dat men met een been in de fysica staat en met het andere in de vrijheid. Juist ons vermogen om ons niet te beperken tot de machinale functies, maar om interactief de wereld in te gaan om zo tot een eigen identiteit te komen, is wat de mens een unieke invulling per individu geeft. De gezicht van de ander ontkent dat jij dat niet bent, maar bevestigt dat jij jezelf bent. 
Feminisme is een manier om jezelf uit te drukken als mens; wat is het om mens te zijn? 
Vanuit Hoe kan ik mens zijn? Waarom wil ik op deze manier zijn en niet op die manier? Reflecteren en bevragen over existentie is uiteindelijk waar het mij om draait. 

No comments:

Post a Comment